PublicatiesNewsletterMarktontwikkeling kinderopvang 2012 en omzetprognose 2013
Newsletter

Marktontwikkeling kinderopvang 2012 en omzetprognose 2013

8

July

2013

Inleiding
In deze nieuwsbrief de meest opvallende resultaten van de analyse van de kinderopvangtoeslag administratie 2012. Deze gegevens worden in augustus 2013 verwerkt in het gemeentelijk prognosemodel.

Volumekrimp kinderopvang 2012: 10%
Het totaal aantal bij de Belastingdienst gedeclareerde toeslaguren voor alle opvangsoorten (dagopvang, BSO en gastouderopvang) in Nederland is in 2012 - vergeleken met 2011 - met 10% afgenomen. Dat is aanzienlijk meer dan de voor 2012 begrote krimp in onze eerdere prognoses.

Krimp gastouderopvang sterker dan krimp dagopvang en BSO in 2012
De krimp varieert per opvangsoort en was het hoogst in de gastouderopvang voor 0-4 jarigen (-14%) gevolgd door de dagopvang (-12%) en de buitenschoolse opvang (-8%). De gastouderopvang voor schoolkinderen kromp sterker (-10%) dan de BSO.
Het beeld dat gastouderopvang wordt ingezet als alternatief voor ‘dure dagopvang’ wordt door de cijfers niet bevestigd.

Omzet kinderopvang in Nederland: -€400 mln. in 2012, -€500 mln. in 2013
De brancheomzet1 nam met € 400 mln. af van ca. € 3,9 mld. in 2011 tot € 3,5 mld. in 2012 (CBS, 2013).
Het grootste aandeel in het omzetverlies betreft dagopvang 0-4 jarigen, ca. € 240 mln. of 60% van het totale omzetverlies in 2012.
Uit de toeslaggegevens over het eerste kwartaal van 2013 (SZW, 2013) blijkt dat het afzetvolume in 2013 sterker krimpt dan in 2012. De prognose is dat de brancheomzet dit jaar daalt van € 3,5 mld. in 2012 (CBS, 2013) naar € 3,0 mld. in 2013.
In twee jaar tijd verliest de branche daarmee bijna € 1 mld. aan omzet of ca. 25.000 arbeidsplaatsen.
Door het cohort effect - de lagere instroom van 0 jarigen werkt jarenlang door - is de verwachting dat ook in 2014 en 2015 de krimp doorzet en stabilisatie of herstel van het omzetniveau nog niet in zicht is.
Dat beeld wordt bevestigd door de analyse die de Branche-organisatie recent heeft gepubliceerd (zie www.kinderopvang.nl) .

Netto lasten Rijk aan kinderopvangregeling -€700 mln. in 2012
De netto lasten kinderopvang voor het Rijk dalen in 2013 verder van € 2,1 mld. in 2011 naar € 1,4 mld. in 2012 naar circa € 0,9 mld. in 2013.

___________________________

1 Omzet tot aan het maximumuurtarief waarover de toeslag wordt berekend.


Dat wordt niet alleen veroorzaakt door de terugloop van het aantal uitgekeerde toeslagen en door de lagere toeslag per kind (- € 400 mln. in 2012), maar ook door de hogere doorbelasting van de kinderopvangtoeslag aan werkgevers via een premieverhoging van de werkgeversbijdrage kinderopvang (+ € 300 mln. in 2012).

De werkgeversbijdrage kinderopvang is sinds 2007 niet meer gekoppeld aan de omvang van de kinderopvang maar aan de totale loonsom van bedrijven in Nederland. Omdat de kinderopvangkosten sneller dalen dan de totale loonsom van bedrijven in Nederland stijgt het deel dat werkgevers bijdragen aan de kinderopvangkosten vanaf 2013 boven het door het Rijk beoogde 33% aandeel.

Door de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag betalen ouders vanaf 2013 een netto kosten aandeel van tenminste 37% en dat betekent dat de nettobijdrage van het Rijk vanaf 2013 onder de 30% daalt.

Grote regionale verschillen: Rotterdam opnieuw sterkste krimper
Uit de analyse van de toeslagdata blijkt dat er sprake is van grote regionale verschillen. De top 4 van gemeenten met de grootste krimp van het aantal kinderopvanguren (het totaal van alle opvangsoorten) bestaat uit:

Van alle gemeenten kent Rotterdam in 2012 het grootste afzetverlies aan kinderopvang: in één jaar tijd daalde de afzet aan opvang met bijna 5,4 miljoen uren in vergelijking met 2011.
De gemeenten Rotterdam, ‘s-Gravenhage, Amsterdam en Almere zijn verantwoordelijk voor bijna een kwart (23%) van het totale verlies aan afzet en werkgelegenheid in de branche in 2012.
Van de 4 grote gemeenten heeft Utrecht (met -5%) de laagste krimp in 2012.

Krimp dagopvang en BSO per gemeente ...
Uit de resultaten per gemeente blijkt dat er een grote variatie is in marktontwikkeling per regio.
Meer dan 80 gemeenten verliezen in 2012 15% of meer aan volume dagopvang. Het gaat dan onder andere om de gemeenten Helmond (-19%), Bussum (-17%), Dordrecht (-17%) en Heerlen (-20%).
Rotterdam tekent in 2012 voor het grootste verlies aan BSO uren (-20% of ruim 2,1 mln. BSO uren minder). Maar er zijn meer gemeenten in die regio die veel BSO verliezen: Sliedrecht (-28%), Zwijndrecht (-26%), Dordrecht (-20%), Schiedam (-19%), Vlaardingen (-18%) en Capelle aan den IJssel (-16%).

Er zijn in 2012 echter ook gemeenten waar de BSO nog is gegroeid. Koploper is Utrecht met +7% of 280.000 BSO uren extra. Dat wordt daar overigens deels wel weer gecompenseerd door de terugloop van de gastouderopvang voor schoolkinderen (-100.000 BSO uren).
Andere gemeenten met groei van de BSO in 2012 zijn onder andere Naarden (+10%), Nieuw-Lekkerland (+12%), Ouderkerk (+14%), Hardinxveld-Giessendam (+14%), Renswoude (+17%) en Urk.

Lokale cijfers relevant voor lokaal beleid
De toeslaggegevens per gemeente zijn niet alleen noodzakelijk als feitelijke onderbouwing voor marktprognoses. Ook bij besluitvorming over productaanbod of tarifering zijn de data van belang om vast te stellen of een aanbieder per aanbodsoort beter of slechter presteert dan de markt waarin hij actief is.
Zo lijken op landelijk niveau de lagere tarieven en het flexibeler aanbod van de gastouderopvang geen garantie voor het bereiken van een hoger marktaandeel of een lagere krimp.
Of dat beeld ook geldt voor uw lokale of regionale markt blijkt uit de analyse per gemeente die nu beschikbaar zijn.

Reageren?
Deze nieuwsbrief wordt samengesteld door medewerkers van Buitenhek Management & Consult. U kunt zich hier aanmelden. Reacties op de inhoud van deze nieuwsbrief kunt u richten aan info@buitenhek.nl.

marktontwikkeling
advies kinderopvang
BSO
gastouderopvang
nieuwsbrief