PublicatiesColumnEen dood paard...
Column

Een dood paard...

1

May

2016

Het Bureau ICT-toetsing (BIT) heeft de eerste maanden van 2016 benut om onderzoek te doen naar het programma Directe Financiering Kinderopvang. De bevindingen zijn niet mals. Het BIT rapporteert dat er grote twijfels zijn aan de haalbaarheid en de kosten-batenanalyse en stelt dat nut en noodzaak van de nieuwe regeling - het alternatief voor de kinderopvangtoeslag - niet zijn aangetoond. In Pokémontermen is Directe Financiering daarmee in twee jaar tijd ‘geëvolueerd’ van een jong veulen tot een dood paard.

Het Bureau ICT-toetsing (BIT) is in 2015 gestart na het Parlementair onderzoek naar ICTprojecten bij de overheid (commissie Elias). Dat onderzoek werd in 2012 ingesteld naar aanleiding van meerdere ontspoorde ICT-projecten bij de overheid en presenteerde in 2014 haar aanbevelingen. Het BIT toetst alle projecten van de Rijksoverheid boven de 5 miljoen euro waarbij de ICTcomponent een belangrijke rol speelt. De toets die het BIT uitvoert geeft antwoord op twee vragen:

  1. streeft het project een helder doel na en lost het een probleem op (wat is de ‘business case’?) en
  2. is het project zo ingericht dat er vertrouwen kan zijn dat het doel ook gehaald wordt (wat is de ‘slaagkans’?).

Het BIT concludeert over Directe Financiering: ‘Wij hebben twijfels bij de stelselwijziging zelf. Wij vinden dat er weinig winst wordt geboekt op de… gestelde doelen en wij vragen ons af waarom niet gekozen is voor minder risicovolle  alternatieven om de doelstellingen te realiseren. Wij adviseren u daarom vooral om deze alternatieven eerst nader te onderzoeken.’ Dat is echter slechts de samenvatting van de bevindingen. Het rapport bevat echter nog veel meer kritische beschouwingen.

Risicovolle operatie

Zo lezen we dat niet alleen het BIT maar ook opdrachtgever SZW van oordeel is dat ‘deze stelselwijziging een grote en risicovolle operatie is.’ Verder staat in het BIT rapport: ‘De beoogd uitvoerder voert op dit moment onderzoeken uit naar de inzet van nieuwe technologie voor het regelsysteem en naar een nieuw concept voor het doen van betalingen (de digitale portemonnee). Wij denken dat er gezien het krappe tijdspad nauwelijks ruimte is voor de inzet van nieuwe technologie en nieuwe concepten.’ Ook als het gaat om de voordelen voor ouders is BIT niet optimistisch: ‘We vinden de geschatte tijdwinst beperkt gezien de omvang, kosten en risico’s van de operatie. De tijdwinst voor de ouders moet bovendien afgezet worden tegen de tijd die het ouders extra zal kosten om zich dit nieuwe stelsel eigen te  maken. SZW schat deze eenmalige kennismakingstijd op 30 minuten per huishouden. Wij achten dit zeer optimistisch.’ Op de claim van SZW dat door Directe Financiering de complexiteit van het financieringsstelsel voor ouders beperkt wordt oordeelt het BIT: ‘We zien niet hoe het nieuwe stelsel de  complexiteit voor ouders gaat verminderen.’ En ook de claim van SZW dat fraudevermindering optreedt, vindt het BIT niet overtuigend onderbouwd.

Investeringen

De investeringen in het nieuwe  systeem bedragen volgens het BIT tussen de 40 en 55 miljoen euro. Maar dat is exclusief de investering in extra beheerlasten in de overgangsperiode (tussen de 44 en 106 miljoen euro) en de investeringen die ‘in het veld’ moeten plaatsvinden. Voor een investering van - in potentie - meer dan € 160 mln. is de businesscase volgens het BIT dus uiterst mager. En dat wringt des te meer nu de minister in zijn reactie op het BIT-rapport de opbrengsten van Directe Financiering nuanceert met de constatering: ‘dat een groot deel van de ouders geen problemen ervaart met de kinderopvangtoeslag … De problematiek concentreert zich dan ook bij een in verhouding kleine groep ouders die te maken krijgt met relatief grote problemen.’ Dat is wel een andere boodschap dan de berichtgeving in de media aan het begin van dit project in 2014.

Zwakke business case

Het is dan ook niet zo vreemd dat de minister de komende maanden een nieuwe analyse maakt en opnieuw afweegt of deze omvangrijke investering de moeite waard is. Dat zal geen makkelijke afweging worden. De commissie Elias constateerde in 2014 dat de drempel om omvangrijke projecten met een zwakke businesscase - zoals Directe Financiering - tussentijds te beëindigen aanzienlijk is: ‘Door te stoppen zijn er slechts verliezers: de ambtenaar, de leveranciers, de politieke en de ambtelijke leiding.' Op basis van de stukken die er nu liggen zal het echter niet meevallen om dit dooie paard nieuw leven in te blazen.

'We zien niet hoe het nieuwe stelsel de complexiteit voor ouders gaat verminderen'

Reageren? ed@buitenhek.nl.
www.bbmp.nl

kinderopvangmarkt
column