PublicatiesColumnHet alternatief voor Directe Financiering
Column

Het alternatief voor Directe Financiering

1

January

2019

Net voor het kerstreces - op 13 december 2018 - vergaderde de vaste Kamercommissies voor SZW en OCW over kinderopvang. Het debat ging over talloze actuele en belangrijke onderwerpen én over een ouwe koe of dood paard: Directe Financiering.

Zowel vanuit de oppositie als vanuit de coalitie werd de keuze van de staatssecretaris om Directe Financiering te stoppen met verbazing en teleurstelling begroet. “Ouders en de kinderopvang sturen ons een brief met: "Jongens, wat doen jullie nou in vredesnaam met dat voorstel Directe Financiering? Hier had je ons ontzettend mee geholpen! De ouders en de kinderopvang geven zelf aan "jongens, doe dit!" en “Stopzetting is een bizarre verspilling van € 20 mln. aan belastinggeld” aldus de SP. CDA en GroenLinks citeerden de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang die stelt dat 80% van de ouders te maken krijgt met terugvorderingen en dat Directe Financiering dat zou oplossen.

Opgeklopte businesscase

Je zou kunnen zeggen dat de staatssecretaris in het debat de opgeklopte businesscase van haar voorgangers op SZW en Financiën voor de voeten geworpen kreeg. Die waren immers verantwoordelijk voor het ‘oppompen’ van de kinderopvangtoeslag problematiek om daarmee in 2014 de noodzaak van een forse investering in een stelselwijziging (Directe Financiering) te staven.
“Terugvorderingen van tienduizenden euro’s zijn dagelijkse kost, maar de claims kunnen oplopen tot boven de ton.” aldus Wiebes in 2014 (Keuzes voor een beter belastingstelsel, september 2014) hetgeen leidde tot aansprekende krantenkoppen zoals 'Honderdduizenden huishoudens kregen te veel toeslag'

De meest recente halfjaarrapportage van de Belastingdienst (oktober 2018) laat een heel ander beeld zien dan in het debat naar voren kwam: niet 80% maar slechts 38% van de toeslaggebruikers krijgt te maken met een terugvordering. Dat lijkt nog best veel maar in verreweg de meeste gevallen bedraagt die terugvordering minder dan 1 maand toeslag. Slechts 2% van alle toeslagaanvragers krijgt te maken met een terugvordering van € 1.000 of meer. Die statistieken waren in 2014 niet anders en dat roept de vraag op waarom een knelpunt voor minder dan 10% van de toeslaggebruikers aanleiding was voor een ingrijpende stelselwijziging inclusief een investering van € 20 mln. in voorbereidingskosten.

De staatssecretaris heeft de wankele onderbouwing van haar voorgangers onder Directe Financiering doorgeprikt en zet nu in op verbeteringen in het toeslagproces. Dat moet leiden tot het terugbrengen van die 38% aan terugvorderingen.

Het merendeel van die terugvorderingen - circa 65% volgens de kamerstukken - is het gevolg van inkomensafwijkingen. Het inkomen dat ouders vooraf opgeven is dan lager dan het werkelijke inkomen aan het einde van het jaar.
De oplossingsrichting die daarvoor nu op tafel ligt is de zogenaamde T-2 maatregel. Die maatregel houdt in dat dat de toeslagaanvraag en -afrekening wordt vastgesteld op het toetsingsinkomen van 2 jaar eerder.
Er zitten echter ook weer nadelen aan T-2 met name voor gezinnen waarvan het inkomen in de laatste jaren sterk is gedaald. Daar moet dan weer een vangnet voor geregeld worden en dat maakt de uitvoering niet eenvoudiger.

Minder inkomensklassen

Bij de verbetermaatregelen die nu op tafel liggen ontbreekt een uiterst effec-tieve maatregel die onafhankelijk is van de inspanning van aanbieders, ouders en de belastingdienst. Met 69 verschillende inkomensklassen en 92 verschil-lende toeslagpercentages is de kinderopvangtoeslagregeling - by far - de meest gedetailleerde inkomensafhankelijke regeling in Nederland. Die enorme detaillering maakt dat een geringe afwijking in huishoudinkomen al leidt tot een terugvordering.

Het terugbrengen van het aantal inkomensklassen - bijvoorbeeld van 69 naar 23 - in de toeslagregeling levert een enorme reductie op van het aantal terugvorderingen. Dat vergt geen extra administratieve belasting van aanbieders, ouders of de belastingdienst maar uitsluitend consensus van de politiek om de complexiteit van de toeslagregeling te beperken.

In het voorjaar van 2019 wordt het Kamerdebat over de verbetermaatregelen in de toeslagregeling voortgezet. Ik ben benieuwd of tegen die tijd het dooie paard is begraven en de ouwe koe met pensioen is.

Directe Financiering : Halfjaarrapportage Belastingdienst (oktober 2018)
Illustratie: Halfjaarrapportage Belastingdienst (oktober 2018).

Reageren? ed@buitenhek.nl.

www.bbmp.nl

kinderopvangmarkt
advies kinderopvang
column