PublicatiesColumnToeslagenaffaire net zo spannend als ......
Column

Toeslagenaffaire net zo spannend als ......

1

January

2020

Vast ritueel op mijn zomervakanties is het lezen van een of meer boeken van de Amerikaanse schrijver Robert Ludlum. Wie Ludlum kent, weet dat hij maar één genre heeft: de lange spannende thriller. Het toeslagendrama zou moeiteloos passen in de thrillerreeks van Ludlum.

Een onderscheidend kenmerk van Ludlums boeken is de titel. Die bestaat steevast uit drie woorden in een vaste volgorde: lidwoord, bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord. Zo ben ik inmiddels op de hoogte van ‘De Icarus intrige’, ‘De Scarlatti erfenis’, ‘De Scorpio obsessie’ en ‘De Tristan strategie’.
Het Toeslagen Complot, het zou zomaar een Ludlumthriller kunnen zijn over de onthullingen en persoonlijke drama’s die de afgelopen maanden voorbij kwamen. Het drama zou moeiteloos passen in zijn thrillerreeks. De verhaallijn is lang, het drama startte in 2013. Het verhaal is spannend, haalt de verantwoordelijk staatssecretaris de kerst? En ook de mysterieuze codenamen in het dossier ontbreken niet: CAF 11, Hawaï. Je moet er maar op komen.

Weinig slagvaardig

Het spreekt voor zich dat de hele affaire aanleiding is om eens goed te kijken naar oorzaken, knelpunten en oplossingen. De rapportages met inventarisaties van knelpunten en oplossingsrichtingen stapelen zich inmiddels op. Wie de rapporten van de Rekenkamer, de Ombudsman, een interdepartementale werkgroep (IBO deelrapport 1 is er en deel 2 volgt nog) en de Commissie Donner allemaal moet lezen, komt dit jaar niet meer aan een Ludlum toe.
Wat opvalt is dat er tot nu toe maar weinig gebeurt aan oplossingen die aantoonbaar effectief, laagdrempelig en op korte termijn te realiseren zijn. Zo werd naar aanleiding van het Kamerdebat een motie aangenomen om het toeslagstelsel af te schaffen, en werd er een motie ingediend (en verworpen) om directe financiering te reanimeren én pleit een ambtelijke werkgroep voor een ‘grondige heroverweging’ van de keuzes die tot het huidige stelsel hebben geleid. Het klinkt allemaal weinig slagvaardig en concreet.

Ontluisterend beeld

De meest recente statistieken van de Belastingdienst Toeslagen geven een ontluisterend beeld en laten zien waar de schoen echt wringt. Van de 550.000 gezinnen die gemiddeld per jaar gebruikmaken van kinderopvangtoeslag krijgt 80 procent - dat zijn 440.000 gezinnen - te maken met een verrekening, omdat er óf te veel óf te weinig toeslag is ontvangen. Het is alsof je een bedrijf runt waar iedere maand 80% van de verzonden facturen of loonstroken onjuist is en achteraf gecorrigeerd moeten worden.

69 inkomensklassen

In een ver verleden heb ik van nabij meegemaakt dat bedrijven die in zo’n situatie komen geen bestaansrecht hebben en failliet gaan. Bij de Belastingdienst is dit echter al jarenlang de praktijk. Dat ligt niet aan het automatiseringssysteem. Dat ligt niet aan de wijze waarop de toeslag zijn weg vindt naar ouder of aanbieder. En dat ligt ook niet aan de ouders zelf. Het ligt aan de politiek en die kan het ook oplossen.
Het grootste deel van de toeslagverrekeningen (zo’n 65 procent, dus circa 286.000 per jaar) wordt veroorzaakt doordat ouders iets meer of minder inkomen of aftrekposten hebben dan ze van tevoren hebben ingeschat.
Dan helpt het niet dat er 69 inkomensklassen zijn en in totaal 92 verschillende toeslagpercentages. Tegen die enorme detaillering in de regelgeving moet de Belastingdienst ieder jaar opboksen. Bedrijven houden dat niet vol, maar de Belastingdienst heeft hierin geen keuze en moet zich houden aan de politieke besluitvorming, die ieder jaar wordt bevestigd in het Besluit kinderopvangtoeslag.

VNG kan het wel

De VNG heeft al eerder het besluit genomen om voor de gesubsidieerde peuteropvang een aangepaste tabel te maken. Die heeft slechts zeven inkomensklassen, wat betekent dat voor de gemeentelijke subsidieregelingen het verrekenen van subsidiebijdragen geen enkele rol speelt. Het wordt nu ook tijd voor een landelijke herijking van het Besluit kinderopvangtoeslag, zodat jaarlijks honderdduizenden gezinnen gevrijwaard blijven van een toeslagverrekening en de Belastingdienst alle aandacht kan richten op de kleine groep (4 procent van alle gezinnen met kinderopvangtoeslag) die te maken krijgen met grote terugvorderingen. Er ligt inmiddels een concreet voorstel om de toeslagregeling al vanaf volgend jaar sterk te vereenvoudigen. Ik ben benieuwd of dat net zo slagvaardig wordt omarmd als de moties die pas op langere termijn effect hebben.

Reageren? ed@buitenhek.nl.

www.bbmp.nl

column
kinderopvangtoeslag